Past: ANDRÉ VOLTEN Utopia
9 februari 2018 – 27 mei 2018
Museum Beelden aan Zee, Scheveningen
André Volten
André Volten (1925 – 2002) behoorde tot de voorhoede van de abstracte beeldhouwkunst in Nederland. Talrijke sculpturen, vrijwel altijd in staal, staan overal in het land opgesteld op prominente plekken zoals voor de Stopera en aan de IJ-oever in Amsterdam en op het Jaarbeursplein in Utrecht. Zijn werk is vaak volledig geïntegreerd in de leefomgeving; het maakt deel uit van de stedelijke inrichting of van de architectuur. De relatie tussen het kunstwerk, de omgeving en de toeschouwer stond voor Volten altijd centraal in het creatieproces. Museum Beelden aan Zee eert Volten, de Nederlandse meester van de geometrische abstractie in drie dimensies, met een retrospectieve tentoonstelling
Hoe zwaarder, hoe beter, lijkt het adagium te zijn geweest van André Volten (1925-2002). Hij werkte een leven lang in staal, één van de zwaarste en moeilijkst te bewerken materialen. Vanaf 9 februari 2018 is in museum Beelden aan Zee de nalatenschap van André Volten te zien, die sinds zijn dood in 2002 voor het publiek verborgen is gebleven. Hij was één van de meest gevraagde beeldhouwers voor de openbare ruimte in de jaren zeventig en tachtig. Volten was een meester in het vinden van een harmonieuze verhouding tussen sculptuur, architectuur, vormgeving en stedelijke inrichting.
Op veel prominente plekken in Nederland en Duitsland staat zijn werk opgesteld. Voorbeelden hiervan zijn monumentale beelden bij de IJ-oever in Amsterdam, De Nederlandsche Bank, de Stopera in Amsterdam, het Jaarbeursplein in Utrecht, Bezuidenhout in Den Haag, in het centrum van Duisburg (DE) en het Europees Patentambt in München(DE). De vormen die Volten gebruikte waren eenvoudig; de zuil, kubus en bol komen steeds terug in zijn oeuvre. Dat lijkt eenvoudig maar met deze basisvormen die hij telkens toepaste en waarmee hij eindeloos varieerde, ontstond een virtuoze inrichting van de openbare ruimte.
André Volten (1925-2002) groeide op in Andijk aan het IJsselmeer, na de oorlog vertrok hij
naar Amsterdam waar hij het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs, de voorloper van de huidige Rietveldacademie bezocht. Met de wens om te leren lassen meldde hij zich in 1954 bij de Nederlandse Dok- en Scheepsbouw Maatschappij, als vrijwilliger. Zo werd hij, om het materiaal bewerken onder de knie te krijgen, enkele jaren metaalbewerker bij de scheepswerf. Op de werkplaats werkt hij in het ‘ijzeren regime’, maar komt af en toe ook aan zijn eigen werk toe. Eén van zijn eerste vrije werken bood hij aan bij de Keukenhof, een beeld dat ook op de tentoonstelling te zien zal zijn. Kort daarna volgde zijn eerste opdracht voor het Nieuwe Lyceum in Hilversum en was zijn naam gevestigd.
In een ca. 80 werken toont Beelden aan Zee modellen en maquettes van de belangrijkste werken van Volten in de openbare ruimte in binnen- en buitenland. Vaak zijn de ideeën uitgevoerd, maar een enkele keer zien we een utopie die nooit werkelijkheid is geworden. Daarnaast toont het museum een serie vrije werken, uitgevoerd in messing, staal en hout. Die vrije werken kunnen veelal worden opgevat als een opmaat naar een opdracht, of een oefening. Deze overzichtstentoonstelling zal bijdragen aan een herwaardering van Volten’s werk en de bekendheid ervan weer vergroten.